Maatschappelijke prestaties
In toenemende mate is het succes van Unica niet alleen af te meten aan economische prestaties, maar ook aan sociaal-maatschappelijke prestaties. Samen met de eerder behandelde milieu-inspanningen vormen die resultaten een steeds belangrijkere graadmeter voor de relevantie van Unica in de samenleving.
Daarom rapporteert Unica in zijn jaarverslag al enige jaren zijn belangrijkste maatschappelijke resultaten, waarvoor elementen van de Global Reporting Initiative (GRI) leidraad vormen. De definities en meetmethodes die worden gehanteerd zijn afgeleid van de GRI-richtlijnen. Informatie over energieverbruik (gebouwgebonden en transport) en afvalstoffen wordt aan Unica gerapporteerd door leveranciers, de zelf opgewerkte energie wordt door Unica zelf gemeten en gerapporteerd. Veel gegevens worden ook verantwoord in de halfjaarlijkse ESG-rapportage (Environment, Social, Governance) aan de aandeelhouders. De verslaglegging van de maatschappelijke prestaties wordt zodoende steeds meer integraal onderdeel van de reguliere periodieke verslaglegging binnen Unica. Er is geen externe assurance uitgevoerd op de maatschappelijke resultaten, maar de gerapporteerde gegevens zijn wel beoordeeld en onderschreven door de Raad van Bestuur. Het overzicht van alle GRI-indicatoren is te vinden in de bijlage van dit verslag.
Waar in de economische resultaten van dit jaarverslag alle bedrijven die tot de Unica-organisatie behoren vanzelfsprekend zijn opgenomen, zijn in de maatschappelijke resultaten nog niet alle geacquireerde bedrijven opgenomen. De aansluiting van nieuwe bedrijven op de maatschappelijke rapportagestructuur van Unica gaat doorgaans gefaseerd waardoor niet alle componenten direct gemeten kunnen worden. Ook zonder de sociale en ecologische effecten van deze Unica-bedrijven geeft de GRI-rapportage een betrouwbaar beeld. De rapportage heeft alleen betrekking op de werkmaatschappijen waarin Unica een meerderheid van de aandelen heeft, en dus niet op eventuele deelnemingen en samenwerkingsverbanden.