Ga naar website navigation Ga naar artikel navigatie Ga naar inhoud

De pagina ververst bij het selecteren van een onderwerp.

Sla artikel navigatie over.

2 - Grondslagen voor opstelling van jaarrekening

Algemene grondslagen

Voor de opmaak van haar geconsolideerde jaarrekening heeft de Groep ervoor gekozen om vanaf het boekjaar 2023 voor het eerst de International Financial Reporting Standards ("IFRS") toe te passen, zoals geadopteerd door de Europese Unie (EU) en in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het Nederlands Burgerlijk Wetboek ('Dutch GAAP').

De geconsolideerde jaarrekening geeft vergelijkende informatie over de voorgaande periode. Met de overgang naar IFRS met ingang van 1 januari 2022 heeft de Groep met terugwerkende kracht zowel haar overzicht van de financiële posities per 1 januari 2022 als de winst-en-verliesrekening over het boekjaar 2022 aangepast en in deze jaarrekening toegelicht.

Functionele en presentatie valuta

De geconsolideerde jaarrekening van Unica Groep B.V. wordt gepresenteerd in euro, wat ook de functionele valuta van de moedermaatschappij is. De Groep exploiteert en voert het merendeel van haar transacties voornamelijk uit in euro’s en opereert met name in Nederland. Alle waarden worden afgerond op het dichtstbijzijnde duizendtal (€ 1.000), tenzij anders aangegeven.

Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

De geconsolideerde jaarrekening van Unica Groep B.V. is opgesteld op basis van de historische kostprijs, tenzij anders wordt aangegeven.

Grondslagen van consolidatie

De geconsolideerde jaarrekening omvat de jaarrekening van de Vennootschap en haar dochterondernemingen (zie Toelichting 1) per 31 december 2023. Er is sprake van overheersende zeggenschap wanneer de Groep is blootgesteld aan, of rechten heeft op, variabele rendementen uit haar betrokkenheid bij de deelneming en de mogelijkheid heeft om die rendementen te beïnvloeden door haar beschikkingsmacht over de deelneming. In het bijzonder heeft de Groep beschikkingsmacht over een deelneming als, en slechts als, de Groep:

  • Beschikkingsmacht heeft over de deelneming (d.w.z. bestaande rechten die haar de huidige mogelijkheid geven om de relevante activiteiten van de deelneming te sturen)

  • Blootstelling, of rechten, op variabele rendementen uit zijn betrokkenheid bij de deelneming

  • Het vermogen om zijn beschikkingsmacht over de belegde te gebruiken om zijn rendement te beïnvloeden

Over het algemeen wordt ervan uitgegaan dat een meerderheid van de stemrechten leidt tot zeggenschap. Ter ondersteuning van dit vermoeden en wanneer de Groep minder dan een meerderheid van de stem- of soortgelijke rechten in een deelneming heeft, houdt de Groep rekening met alle relevante feiten en omstandigheden bij de beoordeling of zij macht heeft over een deelneming, waaronder:

  • De contractuele regeling(en) met de andere stemgerechtigde aandeelhouders in de deelneming

  • Rechten die voortvloeien uit andere contractuele regelingen

  • De stemrechten en potentiële stemrechten van de Groep

De Groep beoordeelt opnieuw of zij al dan niet zeggenschap heeft over een deelneming indien de feiten en omstandigheden erop wijzen dat er wijzigingen zijn in een of meer van de drie zeggenschapselementen. De consolidatie van een dochteronderneming begint wanneer de Groep de beschikkingsmacht over de dochteronderneming verkrijgt en eindigt wanneer de Groep de beschikkingsmacht over de dochteronderneming verliest. Activa, passiva, baten en lasten van een dochteronderneming die in de loop van het jaar wordt verworven of afgestoten, worden in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen vanaf de datum waarop de Groep de zeggenschap verwerft tot de datum waarop de Groep de zeggenschap over de dochteronderneming beëindigt.

Dochterondernemingen die in het boekjaar 2023 als slapend of als immaterieel worden aangemerkt, zowel op individuele als op geaggregeerde basis, worden niet geconsolideerd. Deze dochterondernemingen worden in de geconsolideerde jaarrekening tegen kostprijs gerapporteerd, rekening houdend met eventuele noodzakelijke aftrekposten voor bijzondere waardeverminderingen en terugneming van dergelijke verliezen. Het totale effect van deze dochterondernemingen op het overzicht van financiële positie, het eigen vermogen en de winstgevendheid wordt niet van materieel belang geacht voor de financiële positie en resultaten van de Groep voor zowel 2023 als 2022.

De consolidatiekring omvat 47 dochterondernemingen in het boekjaar 2023, een stijging ten opzichte van de 40 dochterondernemingen in het boekjaar 2022 en een stijging ten opzichte van de 38 dochterondernemingen in het boekjaar 2021.

Winst of verlies en elke component van niet-gerealiseerde resultaten ("niet-gerealiseerde resultaten") worden toegerekend aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij van de Groep en aan de minderheidsbelangen, zelfs als dit ertoe leidt dat de minderheidsbelangen een negatief saldo hebben. Indien nodig worden aanpassingen aangebracht in de jaarrekening van dochterondernemingen om hun grondslagen voor financiële verslaggeving in overeenstemming te brengen met de grondslagen voor financiële verslaggeving van de Groep. Alle activa en passiva binnen de groep, eigen vermogen, inkomsten, kosten en kasstromen met betrekking tot transacties tussen leden van de Groep worden bij consolidatie volledig geëlimineerd. Een wijziging in het eigendomsbelang van een dochteronderneming, zonder verlies van zeggenschap, wordt verwerkt als een eigenvermogenstransactie.

Als de Groep de beschikkingsmacht over een dochteronderneming verliest, worden de gerelateerde activa (inclusief goodwill), passiva, minderheidsbelangen en andere componenten van het eigen vermogen niet langer opgenomen, terwijl eventuele daaruit voortvloeiende winsten of verliezen worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Elke aangehouden investering wordt opgenomen tegen reële waarde.

Bovenstaande grondslag is consequent toegepast voor de jaren eindigend op 31 december 2023 en 31 december 2022 en de transitiedatum 1 januari 2022.

Schattingen en oordeelsvormingen door het management

De verantwoordingsinformatie in de jaarrekening is deels gebaseerd op schattingen en veronderstellingen. De Groep maakt deze schattingen en doet veronderstellingen ten aanzien van de toekomst. Deze zijn onder andere gebaseerd op ervaringen en verwachtingen over toekomstige gebeurtenissen zoals deze zich, naar de huidige stand van zaken, redelijkerwijs kunnen voordoen. Deze schattingen en veronderstellingen worden continu geëvalueerd. Dit vindt met name plaats bij de impairment analyses op de materiële vaste activa, goodwill en immateriële vaste activa en bij de eind prognoses van projecten en van lopende onderhoudscontracten.

De herziening van of afwijkingen van schattingen en veronderstellingen ten opzichte van de daadwerkelijke uitkomsten, kunnen leiden tot materiële aanpassing van de boekwaarde van activa en verplichtingen.

De belangrijkste schattingen en toegepaste oordeelsvormingen worden in de toelichtingen per post uiteengezet.

Standaarden en interpretaties die zijn uitgevaardigd door de IASB

De Unica Groep B.V. heeft bij de opstelling van de jaarrekening beoordeeld of de recent uitgevaardigde richtlijnen van toepassing en relevant zijn voor de eerste adoptie van IFRS (zie hoofdstuk 3 Initiële toepassing van IFRS):

  • IFRS 1 First-time Adoption of International Financial Reporting Standard (toelichting 3)

  • IFRS 3 Business combinations (toelichting 13 en 15)

  • IFRS 9 Financial instruments (toelichting 8 en 12)

  • IFRS 10 Consolidated financial statements (toelichting 1)

  • IFRS 11 Joint agreements (toelichting 1 en 16)

  • IFRS 15 Revenue from contracts with customers (toelichting 5)

  • IAS 37 Onerous contracts (toelichting 9)

  • IFRS 16 Leases (toelichting 14 en 18)

Recent zijn de volgende richtlijnen uitgevaardigd

  • IFRS 17 Insurance contracts

  • Amendments to IAS 1 Presentation of Financial information

  • Amendments to IAS 8 Accounting policies, Changes in Estimates and errors

  • Amendments to IAS 12 Income Taxes

De initiële toepassing van deze recent uitgevaardigde richtlijnen zijn beoordeeld door de Groep en de richtlijnen hebben geen materiele invloed gehad op de Geconsolideerde en Enkelvoudige jaarrekening van Unica Groep B.V.

Continuïteitsveronderstelling

De Groep heeft de jaarrekening opgesteld in de op basis van de continuïteitsveronderstelling.

Op 31 december 2023 overschrijden de vlottende activa het totaal van de kortlopende schulden met circa € 7,6 miljoen (31 december 2022: € 9,6 miljoen). De lange termijn financiële middelen (eigen vermogen en langlopende leningen) overschrijden de vaste activa per 31-12-2023 met € 7,5 miljoen (2022: € 9,7 miljoen)

De Vennootschap is van mening dat de geldmiddelen en kasequivalenten die beschikbaar zijn per 31 december 2023, gecombineerd met de middelen gegenereerd uit toekomstige activiteiten, op basis van voorspelde kasstromen, Unica Groep B.V. in staat zullen stellen om in de nabije toekomst (minstens twaalf maanden) aan haar kasbehoeften te voldoen.